Bij een rechthoekige driehoek is altijd een zijde de langste. De langste zijde ligt tegenover de rechte hoek. Die zijde heet ook wel de schuine zijde. De andere twee zijden zijn altijd korter. De korte zijden zitten vast aan de rechte hoek. Daarom heten ze ook wel rechthoekszijden. In driehoek DEF is hoek E 90 graden. DF is de langste zijden. EF en DE zijn korter. Het zijn de rechthoekszijden.

 

opdrachten

1) A. Welke driehoeken hieronder zijn  gelijkbenig?

     B. Welke driehoek is gelijkzijdig?

     C. Welke driehoeken zijn rechthoekig?

     D. Welke driehoek is gelijkbenig en rechthoekig tegelijk?

2) Meet de zijden van driehoek ABC.

     Welke zijde is de langste zijde?

3) Van de rechthoekige driehoek KLM is hoek M= 90 graden. Patrick zegt: "Zonder te tekenen weet ik dat KL de langste zijde is."

     Snap jij hoe Patrick dat weet zonder te tekenen?

4) Hoe wordt de langste zijde ook wel genoemd?

5) A. Schrijf van elke driehoek hieronder de schuine zijde op.

     B. Schrijf van elke driehoek de twee korte zijden op.

Antwoorden

1) A. De driehoeken A,B en E zijn gelijkbenig.
     B. Driehoek E is gelijkzijdig.

     C. Driehoeken B,C en D zijn rechthoekig.

     D. Driehoek B is gelijkbenig en rechthoekig tegelijk.

2) Zijde BC

3) De zijde tegenover de rechte hoek is altijd de langste zijde.

4) De langste zijde wordt ook wel eens schuine zijde genoemd

5) A. Van driehoek RST is de langste zijde RT

         Van driehoek PQR is de langste zijde QR

         Van driehoek DEF is de langste zijde DE

    B. Van driehoek RST zijn de twee korte zijden RS en ST

         Van driehoek PQR zijn de twee korte zijden PQ en PR

         Van driehoek DEF zijn de twee korte zijden DF en EF